Maandagochtend half 8 op de Hartmann scheepswerf in Hard (AT), Mayer uit Burgberg (DE) en Scheffknecht uit Lustenau (AT) gaan een boot in het water hijsen.
Deze boot, de "Kormoran" (Duits voor aalschover) werd recent door de Hartmann werf opgeknapt en kon weer terug in het water gelaten worden. De boot weegt ongeveer 70 ton en wordt voor onderzoek op het Bodenmeer ingezet.
Scheffknecht zette haar beide grootste kranen in, de Tadano ATF 220G-5 en de Liebherr LTM 1130-5.1. De ballast voor deze kranen wordt op een frame getransporteerd dat m.b.v. containerwagens omgezet wordt.
Omdat bij Scheffknecht de nodige capaciteit ontbrakt werd bij Mayer de Tadano ATF 400G-6 ingehuurd.
Omdat de scheepswerf erg krap is moesten de kranen erg dicht op elkaar opgebouwd worden.
Van bovenaf is de klus het beste te bekijken. De Tadano ATF 220G-5 en Liebherr LTM 1130-5.1 pakken de boot aan de achterkant op, beide haken zijn in dezelfde hijsband ingepikt. De Tadano ATF 400G-6 van Mayer pakt het voorste stuk van de boot.
De boot hangt ondertussen in de kranen.
De ATF 400G-6 heeft hier 35,2 meter hoofdmast uitgeschoven, de ATF 220G-5 heeft 38,3 meter uitgeschoven en de LTM 1130-5.1 werkt met 30,1 meter giek.
Mayer hijst hier zo'n 44 ton, terwijl de beide Scheffknecht kranen elk zo'n 15 ton hijsen.
De "Kormoran" drijft na de renovatie van zo'n twee maanden eindelijk weer in het water. Mayer geeft hier 22 meter vlucht en Scheffknecht ongeveer 22 (ATF 220G-5) en 20 meter (LTM 1130-5.1).
De kranen van Scheffknecht stonden elk met volledige ballast opgebouwd, 42 ton voor de LTM 1130-5.1 en 71 ton voor de ATF 220G-5. De kraan van Mayer stond met 118 ton ballast opgebouwd.
De Tadano ATF 220G-5 van Scheffknecht is de grootste kraan die zij inzet.
Kort na 10 uur in de ochtend is de klus alweer geklaard, de kranen kunnen inpakken.
Om 12 uur staat de Tadano ATF 400G-6 van Mayer gereed om terug naar Duitsland te reizen, de kranen van Scheffknecht bleven op de werf voor nog wat ander hijswerk. Een zeer fraaie klus!